De coronacrisis van A tot Z. Het coronavirus heeft in korte tijd onze taal verrijkt. Woorden als ‘besmettingscurve’, ‘balkonzanger’, ‘coronaontkenner’ of ‘covididioot’ komen we overal tegen. Terwijl deze termen maanden geleden nog volslagen onbekend waren.
Digitaal woordenboek
Neerlandicus Ton den Boon, onder meer bekend als hoofdredacteur van de Dikke van Dale, brengt het coronawoordenboek uit. Een digitaal woordenboek met maar liefst 700 nieuwe woorden gerelateerd aan de coronacrisis. Het zijn woorden die we nu dagelijks gebruiken en tegenkomen in kranten of tijdens talkshows, zoals ‘groepsimmuniteit’ en ‘coronaboete’.
Betekenis uitgelegd
Voor wie door de bomen het bos niet meer ziet, biedt het coronawoordenboek heldere uitleg van de betekenis van de verschillende woorden, hoe ze te gebruiken en wat de synoniemen zijn. Zoals bijvoorbeeld de ‘asymptomatische besmetting; een virusbesmetting waarbij de geïnfecteerde geen ziekteverschijnselen vertoont, bijna synoniem aan subklinische infectie’. Kortom, de coronacrisis van de A van ‘aanhoesten’ tot de Z van ‘zelfisolatie’.
Eenzaamheidsvirus
Het woordenboek wordt nog steeds aangevuld. Het ‘eenzaamheidsvirus’ van koning Willem-Alexander is er net aan toegevoegd. Het woordenboek is te vinden bij Taalbank, een weblog met het laatste nieuws over taalontwikkelingen en taaltrends.
De volledige link naar het coronawoordenboek: https://www.taalbank.nl/2020/03/14/coronawoordenboek/